Beginnen met RC vliegen

Beginnen met RC vliegen met een radiografisch bestuurd model

Modelkeuringsformulier kun je hier downloaden

Een vliegbrevet halen.

Vliegen zonder vliegbrevet is niet toegestaan, maar Crash zou Crash niet zijn als u dat bij ons niet kunt halen. Meestal kunt u het modelvliegbrevet binnen 1 seizoen in uw zak hebben onder begeleiding van onze instructeurs. Klik hier voor meer informatie over de te vliegen figuren.

Is modelvliegen moeilijk ?

Alle begin is moeilijk, maar ook modelvliegen is goed onder de knie te krijgen. MVC Crash heeft vrijwel op alle vliegdagen een vlieginstructeur op het veld, die de modelvliegtuig beginners kan helpen.

Sommigen doen er uiteindelijk een seizoen over, anderen leren in enkele weken vliegen. Een radiografisch bestuurd modelvliegtuig wordt bestuurd met beweegbare roeren in de vleugels en de staart. Een motor-beginnermodel heeft drie bestuurbare onderdelen: het richtingroer (meestal gekoppeld aan het neuswiel), hoogteroer en gasregeling van de motor. Ailerons komen meestal pas in het volgende model aan de beurt.

Ook helikopters behoren tot het modelvliegen, maar zijn door hun wijze van vliegen wel een stapje moeilijker en vereisen extra geduld tijdens de leercurve. Een beginnermodel (trainer) zonder ombouw is dan aan te bevelen. Modelbouwlinks

Met welke kist kan ik het beste beginnen

Er is een breed scala aan beginnerkisten. Een paar uitgangspunten hebben ze gemeen:- de motorkisten zijn vrijwel allemaal houtbouw (gemakkelijk te repareren bij schade),- de spanwijdte ligt rond de 1.5 meter,- de motor (tweetakt) heeft een cilinderinhoud van 3,5 á 5 cc,- het zal een hoogdekker zijn (vleugels hoog aan de romp), omdat die een grote eigenstabiliteit hebben.- de besturing is beperkt tot richting, hoog/laag en gasregeling. Bouwdozen, die aan deze voorwaarden voldoen, zijn bijv. de CHARTER TAXI CALMATO RAINBOW WESTERLY. etc.

Tegenwoordig zijn de kant-en-klaar bouwdozen in de meerderheid en deze zijn zeer goed te gebruiken voor beginnende modelvlieg piloten.

Deze hebben een elektromotor met een regelaar en lipo accu`s, deze accu`s kunnen bij ons op het veld opgeladen worden, zodat je meerdere vluchten kunt maken.

Waarschuwing: begin nooit met één van die fraaie schaalmodellen. Het zijn beslist geen beginnerkisten en zullen je de lol aan het modelvliegen drastisch “de grond in boren”. Bewaar ze voor later als je gevorderd bent kun je er volop van genieten. Neem een set met minstens 4 kanalen, die eventueel is uit te breiden. Let op de kwaliteit van de stuurknuppels: deze moeten soepel bewegen en geen speling in de neutraal-stand hebben. Zeer belangrijk zijn de accu’s. Deze dienen gepuntlast te zijn. Vliegen met losse cellen is vragen om moeilijkheden. De zender moet (door de PTT) “typegoedgekeurde” zijn. Dat is herkenbaar aan een sticker of opdruk op de zender. Een zendvergunning is in Nederland niet meer nodig, dus aan het in bezit hebben van een zender zijn geen kosten verbonden.

Voorheen vloog en vliegt men op de 35Mhz met het nadeel dat je altijd op moet letten op welk kanaal de andere vliegers vliegen, je kunt niet met 2 personen io de dezelfde frequentie vliegen.
Tegenwoordig wordt er veel gevlogen op de 2.4Ghz.
Dit is veel minder storingsgevoelig en is niet meer frequentie afhankelijk. Een bijkomend voordeel is dat de antenne op de zender maar enkele centimeters lang is en op de ontvanger vrijwel geheel komt te vervallen. Goede 2.4Ghz zenders zijn de Spectrum DX6i, DX7, Graupner IFS en Futaba Fasst.
Vraag uw handelaar dus om apparatuur in de 2.4Ghz., dit is dus een nieuwe frequentie waardoor er met veel vliegtuigen tegelijk gevlogen kan worden, zonder de noodzaak om te kijken op welke frequentie de medevliegers vliegen.
Een computerzender is niet noodzakelijk voor het modelvliegen, maar kan later handig zijn, omdat je instellingen op kunt slaan in het geheugen. zoals servo-draairichting van een aantal modellen. De instellingen zelf zijn digitaal in te geven.

 Calmato

 Taxi

 Charter

 Rainbow

Kan ik zonder hulp leren vliegen

Er zijn er, die het gelukt is, maar zij horen tot de grote uitzonderingen en vaak heeft het dan vele modellen gekost. Verstandiger is het om lid te worden van een modelvliegclub en daar gebruik te maken van de instructeurs. De meeste krijgen binnen één seizoen het modelvliegen onder de knie.
Regelmatig op donderdagavond op het veld komen en veel oefenen hoort daar dan wel bij.

Er zijn grote verschillen in het motor vliegen. Dit kan elektrisch gebeuren d.m.v. een batterij pack of op brandstof. Er wordt bij ons veel met verbrandingsmotoren gevlogen. Ook hierin zijn weer verschillen aanwezig zoals het aantal CC ‘s van een motor. Dit verschilt van 0,8cc tot zo’n 120 CC of meer.

Zelf een vliegtuig bouwen

Het bouwen van een modelvliegtuig is een moeilijk en precies werkje. De meeste modelvliegtuigen zijn van hout of kunststof gemaakt. Houten modelvliegtuigen zijn vrijwel altijd van balsahout gemaakt, dit omdat het licht is, maar toch stevig.
Bij een houten modelvliegtuig bouw je eerst een zogenaamd skelet, ook wel ruwbouw genoemd: Dit geheel bespan je met een soort folie. Soms zijn de vleugels ook gemaakt van piepschuim met daaromheen een dun laagje hout. Er zijn ook vliegtuigen van kunststof, maar omdat dit erg moeilijk en onhandig is worden deze minder zelf gebouwd.
BouwdozenDit gaat allemaal over het geheel zelf bouwen van een vliegtuig, maar er worden ook veel vliegtuigen uit een bouwdoos gebouwd. In een bouwdoos van een modelvliegtuig zit meestal alleen hout (soms met lijnen hoe je moet zagen en soms al voorgezaagd), een bouwbeschrijving, als het om een kunststof romp gaat, zit die er ook bij en stokjes voor de servo’s (besturingsmotortjes). De radiobesturing, de servo’s, het bespaningsfolie,bij een motormodel de motor en wat daar bij hoort en nog wat extra dingetjes zoals: accu’s en acculader moet je meestal nog zelf kopen. Je kunt naast een bouwdoos ook van een tekening bouwen. Hierbij moet je echter wel zelf alle materialen aanschaffen.Ontwerp zelf een vliegtuig.Als je nog een stapje verder wilt dan het bouwen van een tekening, kun je ook zelf een vliegtuig ontwerpen en dan bouwen, maar je kunt niet zomaar even wat onderdelen in elkaar lijmen want dan heb je weinig kans dat het ook werkelijk vliegt. Het zwaartepunt moet goed liggen, de vleugel mag niet te breed of te smal zijn, enzovoort. Hier zijn de formule’s voor het zelf ontwerpen en bouwen van een hoogdekker:

K staat voor: vleugelkoorde. Dit is de afstand tussen de voorlijst en achterlijst van de vleugel. Als je een schuine vleugel wilt bouwen neem je de koorde in het midden en aan het uiteinde van de vleugel en dit deel je door twee. Dit is het gemiddelde.

Belangrijk:

Het hoogteroer zou maximaal 20% van het stabilo-oppervlak moeten bedragen.
Het richtingsroer zou maximaal 30% van het kielvlak moeten bedragen.
Het zwaartepunt moet op 30% van de vleugelkoorde liggen, dus als je een vleugelkoorde van 21 centimeter hebt, moet het zwaartepunt op 7 cm van de voorlijst liggen.
De spanwijdte moet ongeveer 7 keer de koorde zijn
Het vleugelprofiel kan er het best een zijn met een vlakke onderkant en iets oplopende neus. Het stabilo komt ook parallel aan de romplijn te liggen. De motor kan het best iets naar beneden gericht zijn en iets zijtrek naar rechts hebben. Een model zonder rolroeren moet ongeveer 7 graden v-stelling per vleugelhelft hebben. Voor een model met rolroeren heb je veel minder v-stelling nodig.
Als je je aan deze regels houd kun je verder de vormen zelf bepalen.

Hoe blijft hij in de lucht.

Een vliegtuig blijft in de lucht doordat zijn vleugels de luchtstroming omzetten in draagkracht. Maar hoe werkt dit nou precies? Ten eerste zie je bij de vleugel dat de voorlijst iets hoger licht dan de achterlijst. Ook is de bovenkant van een vleugel bol en de onderkant is plat. Door deze twee dingen komt er aan de onderkant van de vleugel meer druk dan aan de bovenkant, maar omdat de luchtdruk overal hetzelfde wil zijn trekt deze zichzelf omhoog. Er zit echter een vleugel tussen die drukverschillen! De lucht drukt echter gewoon door, zo krijg je dus draagkracht. De meeste kracht van de vleugel komt echter van de onderdruk boven aan de vleugel en niet van de overdruk eronder.
Door de neus iets omhoog te sturen krijgt de vleugel iets meer draagkracht, wat gebruikt wordt bij het opstijgen. Je moet echter niet te veel omhoog sturen, want dan komen er aan de achterkant van de vleugel wervels, waardoor je juist minder draag- kracht krijgt. Als je nog meer omhoog stuurt worden de wervels zo heftig dat de draagkracht bijna geheel wegvalt. Dit heet overtrekken.

Sturen

Het sturen gebeurt met de roeren, dit zijn beweegbare stukken aan de vleugels en staart. Ze werken hetzelfde als de vleugels, door ze links/rechts of hoog/omlaag te sturen wordt een bepaalde kant op meer lift geproduceerd die dat roer dan omhoog/omlaag of links/rechts duwt. De roeren waarmee het vliegtuig kan rollen (rolroeren) werken zo: er zit aan elke vleugel een roer. Deze draaien altijd in tegengestelde richting. Hierdoor wordt de ene vleugel omlaag en de andere omhoog bewogen.

Helikoptervliegen

Helikoptervliegen is een onderdeel van modelvliegen.

Voor een radiobestuurde heli heb je minimaal 5 kanalen nodig. Dit zijn: voor-achter, links-rechts rollen, hoog-laag, links-rechts-draaien en gas geven.
Leren helivliegen doe je niet zomaar even. Daarvoor moet je serieus les nemen. Probeer nooit jezelf te leren vliegen!  Als je dat doet heb je grote kans op brokken.
Bij Crash zijn altijd wel mensen die je willen helpen.
Op de donderdagavond kun je bij Crash helikopter lessen volgen die de Crash leden voorbereiden voor het brevet helikopter vliegen.
Bij het laatste heb je de minste kans op brokken, je krijgt meer aandacht van je leraar en je leert sneller.


Hoe vliegt een helikopter?
Om voor, achter, links en rechts te bewegen word de hoek van de bladen (pitch) gebruikt, dit werkt behoorlijk ingewikkeld. onder de rotorkop zit een tuimelschijf, deze tuimelschijf heeft een bovenkant die ronddraait (dit stuk zit aan de rotor), en een onderkant die stilstaat maar kan kantelen (voor, achter, links, rechts). Als de heli vliegt en de tuimelschijf kantelt naar voren, dan word het blad dat op dat moment van voor staat zo gekanteld dat het minder lift geeft. tegelijkertijd word het blad dat op dat moment van achter staat zo gekanteld dat het meer lift geeft. Hierdoor kantelt de heli naar voren. met links en rechts werkt het zelfde maar dan 90° gedraaid. Voor omhoog en omlaag word de hele rotorkop omhoog of omlaag gedraaid, en kantelen alle bladen dezelfde kant op. Er is echter nog een probleempje: de rotors geven weerstand waardoor ze de heli rond willen laten tollen. Dit word tegengegaan door een propeller aan de achterkant van de heli, de hekrotor. Ook deze draait met een constante snelheid. Om de heli rondjes te laten draaien (om zijn as) worden de bladen van de hekrotor gekanteld, waardoor ze meer kracht geven. Het is echter zo dat als de hoofdrotors gekanteld worden (om omhoog te gaan) dat ze dan meer weerstand geven en ze dus sterker tegengestuurd moeten worden door de hekrotor. Om te zorgen dat je daar niet op hoeft te letten (het besturen van een heli is al moeilijk genoeg) zit er tussen de ontvanger en de hekrotorservo ook nog een stukje elektronica, namelijk een gyro.
Als je niet stuurt en deze merkt dat de heli gaat ronddraaien, stuurt hij tegen, wat er voor zorgt dat de heli niet gaat ronddraaien. Als je een stuursignaal geeft, stuurt de gyro dat ten opzichte van het niet rondtollen.

Heli Vliegen bij Crash

Bij onze vereniging wordt ook het model helikopter vliegen beoefend. Er zijn ongeveer 10 heli vliegers binnen onze vereniging actief. Zij vliegen alleen voor de fun en doen niet mee aan wedstrijden. Helikopter vliegen is één van de moeilijkste takken van de radiografische modelvliegsport. Het wordt ten zeerste afgeraden om daar aan te beginnen zonder deskundige begeleiding.

Tegenwoordig zijn er zeer realistische flightsimulators verkrijgbaar. Met behulp van een PC en daaraan gekoppeld een eigen zender, kun je ook goed oefenen zonder dat er schade veroorzaakt wordt.

Gedurende de zomertijd is er op elke donderdagavond lesavond voor beginnende helikopter vliegers door eigen instructeurs. Er wordt opgeleid voor het heli A brevet. Zolang je dit brevet niet hebt, mag je op ons modelvliegveld alleen vliegen onder toezicht van een instructeur. Bij andere verenigingen is dit ook zo geregeld. Na het behalen van het brevet mag je zelfstandig vliegen en meedoen aan wedstrijden.

In Nederland worden jaarlijks kampioenschappen gehouden in drie klassen, de beginners klasse, de gevorderden klasse en de internationale klasse. Deze kampioenschappen bestaan uit 4 wedstrijden van elk drie ronden. De hoogst behaalde punten uit 8 van de 12 ronden bepalen de einduitslag. Ook zijn er per jaar meerdere heli meetings in Nederland, België en Duitsland. Daar wordt voor de fun gevlogen en het gaat er altijd gezellig aan toe. Vaak zijn dat weekenden met de mogelijkheid om daar te kamperen

Vliegen met een quadcopter (drone)

De eerste tip die we je willen geven voor je start met het maken van vluchten met een onbemand luchtvaartuig, is dat je voor het vliegen de gebruiksaanwijzing van je drone door moet nemen.
Het veilig omgaan met een luchtvaartuig, of deze nu bemand is of niet, vereist namelijk veel kennis over onder andere de regels voor tijdens het vliegen, de technologie achter het luchtvaartuig en de beste manier om het luchtvaartuig te besturen.
Al zijn drones veel kleiner dan bemande vliegtuigen: ook het vliegen met drones vereist specifieke kennis. Om deze kennis op te doen, lees je nog voor het maken van je eerste vlucht de gebruiksaanwijzing.

Bij Crash kun je op de donderdagavond les krijgen door een erkende KNVvL drone instructeur, tevens kun je na de geleerde oefeningen een KNVVLdrone brevet halen, het examen wordt voor Crashleden op het vliegveld van Crash afgenomen.

Zweefvliegtuigen

De modelvliegsport kent ZWEEFVLIEGEN als “een van de” uit het grote assortiment van vliegen.
Zweven kan je op diverse manieren uitoefenen, voor de fun of in wedstrijd verband. De modellen die je gebruikt zullen dan ook zeer uiteenlopend zijn qua type. Ook de kwaliteit van de vlieger zijn belangrijk, iemand die de vliegkunst goed beheerst kan aan wedstrijden mee doen en iemand die nog moet oefenen zal dat nog even niet kunnen.
Als je van plan bent om een zweef model aan te schaffen dan lijkt het mij verstandig om eerst even bij een club te raden te gaan wat verstandig is om aan te schaffen. Ik heb voldoende voorbeelden meegemaakt dat mensen door de handel verkeerd werden voorgelicht en dan een zweefmodel aanschaften dat niet geschikt was voor hetgeen zij er mee wilden doen. Zwevers zijn niet geschikt om mee te leren vliegen dit moet je met een motor kistje doen. LAAT JE BIJ EEN CLUB VOORLICHTEN!
Wat is nu het leuke van zweefvliegen? De kunst is om uit een start een zolang mogelijke vlucht te maken. Als er geen thermiek is en je maakt een start dan is het bijna voorspelbaar hoe lang je het model in de lucht kan houden bv 3 minuten. Als je dan een keer een thermiek belletje tegen komt dan kan het zomaar zijn dat je 5 minuten in de lucht blijft. Wanneer je dit de eerste maal meemaakt dan kan het best zo zijn dat jezelf de “bel” nooit gezien hebt . Dit moet je leren en dat is meteen hetgeen waar het om gaat bij model zweven.Als je kunst echt verstaat dan kan het best zo zijn dat je model een half uur of langer in de lucht houd. Als je in staat bent goed met thermiek om te gaan dan ben je dus in staat om steeds weer hoogte te winnen. Het is dan dus ook mogelijk om deze hoogte te gebruiken om lekker rond te vliegen of wat te stunten enz.